Je loopt stage in sportcentrum Sportium. Als je de kleedkamers opruimt vind je een spuit. Jij meldt dit bij je stagebegeleider. Het blijkt dat sommige mensen in het sportcentrum doping gebruiken. Doping is het gebruik van verboden middelen of methoden om sportprestaties te verhogen. Jouw stagebegeleider vraagt of jij een informatiefolder wil maken over doping.

Opdracht 1

Erytropoetine, ook wel EPO genoemd, wordt veel gebruikt bij wielrenners. Zoek uit wat de werking van EPO is in het lichaam.

Opdracht 2

Vooral bodybuilders gebruiken veel anabole steroïde. Zoek uit wat dit is en wat dit met je lichaam doet.

Opdracht 3 

Wat is het verschil tussen adrenaline en stimulantia?

Opdracht 4

Efedrine kan je lichaamsgewicht doen afnemen. Vertel hoe dit werkt.

Opdracht 5

Je hebt nu verschillende soorten doping onderzocht. Verwerk alle informatie in een informatiefolder voor sporters.

Ga verder naar les 3