Wat zijn drugs

Drugs zijn stoffen die ons denken, voelen en waarnemen beïnvloeden. Er zijn drie hoofdsoorten.

Middelen die verdoven

Ze werken versuffend en verminderen pijn, angst en spanning. Voorbeelden van verdovende middelen zijn alcohol, heroïne, slaap- en kalmeringspillen.

Middelen die opwekken en stimuleren

Ze peppen lichaam en geest tijdelijk op en verdrijven de vermoeidheid. Voorbeelden van pepmiddelen zijn cafeïne, nicotine, cocaïne, amfetamine (speed) en XTC.

Middelen die het bewustzijn veranderen

Ze veranderen de waarneming (zien, horen, ruiken, voelen, proeven) en maken dat je de werkelijkheid anders gaat beleven. Voorbeelden van zulke middelen zijn marihuana, hasj, LSD en paddestoelen. Ook XTC heeft naast een oppeppende, een bewustzijnsveranderende werking.

         

Harddrugs en softdrugs

Er is een verschil tussen harddrugs en softdrugs. De overheid zegt dat softdrugs minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan harddrugs. In werkelijkheid kan het gebruik van softdrugs ook voor problemen zorgen. Daarnaast is harddrugs lichamelijk verslavend en softdrugs niet.

Harddrugs

Harddrugs zijn illegaal en volgens de overheid gevaarlijk. Harddrugs werken verslavend. Ze zijn ook erg schadelijk voor de gezondheid. Cocaïne, heroïne, LSD en XTC zijn harddrugs.

Softdrugs

Softdrugs worden door de overheid gedoogd. Dat betekent dat coffeeshops softdrugs mogen verkopen. De gemeente doet er niets tegen. Marihuana en hasj zijn softdrugs.

Ga verder naar Verslaving